De geschiedenis van de kapel

Loreto is een stad aan de oostkust van Italië, in de buurt van Ancona. Sinds 1924 wordt hier het "Santa Casa" vereerd, een huis waarin Maria zou hebben gewoond in Nazareth in Israël. Volgens een oude traditie brachten engelen het gebouw, nadat het Heilige Land in 1291 definitief in handen van de Mamelukken was gevallen, eerst naar Kroatië en daarna naar Italië.

(De engelenlegende verwijst waarschijnlijk naar de naam van de patriciërsfamilie Angeli uit Constantinopel, die waarschijnlijk het transport van het gebouw organiseerde en betaalde. De Maagd van Loreto werd zo de beschermheilige van de piloten).  De Santa Casa bestond oorspronkelijk uit drie stenen muren. De apsiswand waar het altaar voor staat werd later toegevoegd.

Opgravingen in de jaren 1950 en 1960 in de Kerk van de Aankondiging in Nazareth en in het heiligdom van Loreto toonden aan dat het gebouw werd gebouwd voor een grot die zich onder de gebedsplaats in Israël bevond.  In 1638 schonken de ouders, koning Lodewijk XIII en zijn vrouw Anne van Oostenrijk, als dank voor de geboorte van hun zoon Lodewijk XIV een gouden baby waarvan het gewicht overeenkwam met dat van de pasgeborene. In 1624 liet keizerin Eleonora een overeenkomstige schrijn bouwen in de Augustijnenkerk in Wenen, waarin later het hart van haar man Ferdinand II werd begraven.

Toen de bezittingen van de heerlijkheid Clervaux in 1927/28 werden geveild, werden de kapel van Lorette en het bos eigendom van de Luxemburgse staat. Het is ook uniek in het land als monument voor tuinkunst. Het getuigt van de levendige devotie tot de Maagd Maria tijdens de Contrareformatie en laat zien hoe kleine regionale bedevaartscentra met succes werden gecreëerd.

Het interieur van de kapel

De kapel van Loreto valt niet alleen op door de uitzonderlijke architectuur, maar ook door de rijkdom en kwaliteit van het meubilair. 

Het tongewelf heeft een aantal levendige rocaille decoraties. Nissen versierd met beelden verlevendigen de muren. De beelden stellen heiligen voor die verbonden zijn met de stichtende familie.

Het hoofdaltaar met tabernakel is vooral een plek waar het beeld van de Maagd van Loreto staat. Volgens de plaatselijke traditie werd het in de 16e eeuw door Charles de Lannoy meegebracht uit Italië. Stilistische details suggereren echter dat het in de 17e eeuw werd gemaakt.

Links en rechts van het hoofdaltaar staan twee grafmonumenten in zwart en wit marmer. Ze herdenken Albert-Eugène de Lannoy en Anne-Marguerite de Reed de Satsfeldt en Adrien-Gérard de Lannoy en Jeanne-Thérèse-Claire de Bochholtz.